Posted by on mei 10, 2022 in Verhalenderwijs |

Onder de Paraplu van Ab Bracké.

Als ik een ode mag brengen op iemand, die mij een hart onder de riem stak, dan was het zeker ook Ab Bracké.

In de krant las ik de advertentie: jongeren- en kinderwerker gevraagd in wijkcentrum de Bolder.

In mijn gele renault viertje reed ik naar Amstelveen en ik kreeg een hand van Ab Bracké, die mij ontving in het kantoor in de ‘van de Heuvel Goedhartlaan’. Het was voorjaar 1978.

Ab was een man van middelbare leeftijd, wat kalend. Hij sprak me aan met een zachte stem en over zijn gezicht lag een vriendelijke uitdrukking.

Zijn optreden had iets, wat je vaak ook bij priesters zag: bescheiden en zachtaardig.

Twee jaar zou ik onder de vleugels van de Paraplu van de Stichting Kultureel Werk Amstelveen werken.

Voor de kinderen uit de buurt van de Groenelaan organiseerde ik op de woensdagmiddagen kindermiddagen, die ik  “kinderavontuur” noemde.

Tevens waren er drie verschillende jongeren groepen. Met hun organiseerde ik  ‘soos’  avonden in de Bolderkelder en daar hielpen mij steeds onmisbare  groepen jonge vrijwilligers bij.

Tijdens de soosavonden met geregeld zo’n honderd jongens en meisjes liep ik rond. Er was een bar in de lage kelder en een grote ruimte, waarin gedanst werd, gepraat en gedronken. Samen met de vrijwilligers haalde ik lege glazen op. Dat gaf mij dé gelegenheid gesprekjes aan te knopen met de jonge bezoekers en mijn voelhorens uit te steken. Soms moest ik dan Arie, een grote, lieve, stevige vrijwilliger influisteren om een oplopende spanningshaard ook mee in te gaten te houden.

Het liep wel eens uit de hand in de laatste uurtjes. De stemming kon wel ineens in de verschillende bezoekersgroepen  omslaan en dan wist ik dat het die avond anders zou gaan.

Na afloop, als iedereen naar de trap naar boven was bebonjourd en in de donkere nacht was verdwenen, keerde de rust.

Dan ruimden we met zo ’n 10 meisjes en jongens, die een hechte vriendenclub vormden, de boel op. Houten zitblokken zetten we in een hoek en de bar ging weer aan kant, want het gebouw was een multi functioneel  in gebruik en de avond erna zouden groepen volwassenen weer een vrolijke “duitse Schlager” avond hebben of er zou een groep doofstomme mensen een dansavond hebben, waarbij er gedanst zou worden op de trillingen die de bassen in de muziek teweeg zouden brengen.

Het wijkcentrum De Bolder lag in een moderne wijk in Amstelveen-zuid aan de Groenelaan  met veel flats en grijze rechthoekige wooncomplexen.

Niet echt een romantische werkplek, waar ik naar had gezocht,zoals een werkplek in een buurthuis. in de Jordaan of in een ander oud stadsdeel van Amsterdam.

Amstelveen was een rijke gemeente en in de vele late nachtelijke uurtjes sjeesde ik terug over de Amstelveenseweg richting boot.

En dan is het ineens voorbij. Ik schreef een ontslagbrief, omdat ik naar Eindhoven zou gaan  verhuizen.

Met de reactie op deze brief ben ik nog steeds blij: een met de hand geschreven brief van Ab.

Ik kon er niets anders uit lezen dat het een welgemeende reactie was: ik was ‘ zó evenwichtig’ in mijn werkzaamheden geweest, dat ik node gemist kon worden.

Het was zeker niet niks geweest, wat ik in deze baan heb mee gemaakt.

Ik had daarnaast 2 collega’s, Elsa en Ineke.  Als drietal runden we het sociaal culturele werk samen. Ik voelde me vaak alsof ik het vaststaande middendeel was als bij een speeltuig als de wip. Mijn collega’s vochten een persoonlijke strijd uit en ik had het voorrecht daarin de bemiddelende rol te hebben. “De drie sneetjes” werden we al gauw genoemd door de twee concierges in het grote multi functionele gebouw en ik was de middelste.